Waar de meeuwen schreeuwen

Nostalgie, feest en heimwee bij Vier-KGrande Finaleorenfestival van Kattuks Volk in Tripodia

Hij moest een beetje loskomen, de 84-jarige mijnheer Bellekom uit Wassenaar. Maar toen na de pauze het Shantykoor Skuytevaert, na een rustig intro met Sierra Madre del Sur en Bye bye my Roseanna, het feestprogramma inzette, was ook voor hem de gezongen uitnodiging ‘Schuif maar aan en dein maar mee’ niet aan dovemansoren gericht. Net als de rest van het in groten getale opgekomen publiek, haakte hij met veel plezier in en zong hij de geprojecteerde teksten uit volle borst mee. Het was mijnheer Bellekoms verjaarscadeautje van zoon Leo en schoondochter Marleen, deze Shanty-avond in Tripodia op vrijdag 27 november jl. Maar eigenlijk was deze muzikale avond voor iedereen een cadeautje, zowel voor het publiek als voor de verschillende koren.

vierkorenfestival27nov2Het was de vierde keer op rij dat Gezelligheidskoor Kattuks Volk een Korenfestival organiseerde in Tripodia. De eerste drie jaar een Drie-Korenfestival samen met De Vlietzangers uit Rijnsburg en het Shantykoor Skuytevaert uit Katwijk, maar dit jaar met De Zeekanters uit Noordwijk uitgebreid tot een Vier-Korenfestival. Teveel van het goede? Integendeel. De vier koren met elk een heel eigen geluid, uitstraling en repertoire zorgden juist voor een mooi gevarieerd programma, waarin alles aan vreugde en verdriet voorbij kwam.

Kattuks Volk trad niet als eerste op, maar opende natuurlijk wel de avond in de persoon van Gijs Ravensbergen. Hij verving voorzitter Kees Houwaard, die helaas ernstig ziek is, maar voor wie op het podium wel symbolisch een plekje was gereserveerd. “Hij hoort er tenslotte bij”, zei Gijs, “en verder vindt Kees dat het gewoon feest moet zijn”. Na de pauze was Kees Houwaard met zijn vrouw Joke trouwens ook aanwezig en in de zogenaamde ‘derde helft’, na afloop in de foyer,  zong hij met begeleiding van wat achtergebleven accordeonisten zijn partijtje shanty toch nog aardig mee. Ook voor hem een mooie avond.

Sfeertje

Nieuw binnen de gelederen van dit Korenfestival waren dus De Zeekanters uit Noordwijk o.l.v. dirigente Anneke Houwaart. Ze openden met “Zeeman, jouw hart ligt op zee”, waarmee meteen duidelijk werd dat je als meisje van een zeeman meestal op de tweede plaats komt. Al bleek in de volgende liedjes vaak dat zo’n zeeman wel weer vaak achter de meisjes aan zit en zichzelf een hele vangst vindt. Opvallend in dit koor is dat er bij veel nummers een solopartij wordt gezongen, o.a. door de met koksmuts getooide ‘dokter?’ die “jenever is goed voor de cholera” voorschreef. Voor een regelrechte smartlap deinsden ze ook niet terug met Als ik op zee was, ging jij aan de zwier, maar dat werd dan weer gevolgd door het vrolijke Van voor naar achter, van links naar rechts waaraan het publiek graag meedeed. De sfeer zat er goed in.

Minnaar?

Daarna was het de beurt aan De Vlietzangers uit Rijnsburg o.l.v. dirigente Saskia van der Ven, die dan wel “geen zee voor de deur hebben”, zoals Gijs Ravensbergen zei, “maar die wat betreft Shantyliedjes zingen toch heel goed van wanten weten”. Nou ja, het Zorreg dat je d’r bij komt van Dorus waarmee ze begonnen is dan wel niet direct een shantylied, maar het gaat wel over de marine en dat keurde het publiek ook goed. Er volgden o.a. nog Zie ik de lichtjes van de Schelde en In de kroeg van O’Connor de Ier en heel apart was het lied Pick a bale o’cotton. Meer een slavenlied voor bij het werk op het land, maar heel vergelijkbaar met het zware werk op zee. Het nummer Rode rozen deed het ook heel goed. De zanger kwam zelfs de zaal in en bood een dame op de voorste rij daadwerkelijk een prachtige bos rode rozen aan. Desgevraagd antwoordde ze blozend en gierend van de lach dat het niet haar minnaar was, “ze kènde hem niet eens!” Maar ze was natuurlijk wel zeer vereerd.

17 Brieven

Na de pauze was het, zoals gezegd, met het Shantykoor Skuytevaert o.l.v. dirigent Jan Volbeda een half uurtje feest met meezingen, klappen, zwaaien, opstaan en weer zitten gaan, wat met nummers als Schuif maar aan en dein maar mee, Het kleine café aan de haven, het Zeeroverslied en We hebben een woonboot bijna als vanzelf gaat. Gastkoor Kattuks Volk o.l.v. dirigent Wim van Kuppeveld trad daarna als laatste aan en dat was een mooi gezicht, want dit koor is zo groot dat het bijna het hele podium vulde. Een mooi plaatje met de felrode kielen die ze droegen. Kattuks Volk is een gemengd koor en ook dat droeg bij aan de gevarieerdheid van het geheel; met vrouwenstemmen erbij krijg je toch weer een heel andere klank. Goede accordeonisten ook. Na Katwijk is de parel aan het Noordzeestrand, Leave her Johnny, 17 brieven (waarop nooit antwoord kwam) heb ik jou geschreven en meer, eindigden zij met het zeer toepasselijke slotlied Tabee, we moeten gaan stomen. Maar afgelopen was het nog niet; er volgde nog een grande finale.

Nu vulde Kattuks Volk zelf het podium al behoorlijk, maar toen voor de finale alle vier de koren samen kwamen, stond daar waarschijnlijk wel meteen het grootste Shantykoor uit de regio Waar de meeuwen schreeuwen… te zingen; en dat dan inclusief de zangers en zangeressen uit de zaal. Van schreeuwen was deze avond trouwens, buiten dat van die meeuwen in dit lied, geen sprake; de koren kwamen wat hun zangkwaliteiten betreft stuk voor stuk prima uit de verf. En mijnheer Bellekom? Die had het, samen met zijn vrouw en kinderen, net als de zaal en de koren zelf, uitstekend naar zijn zin gehad.