Ierse ballades op Vierkorenfestival
Ierse ballades op Vierkorenfestival
Op één avond van de Amsterdamse grachten, via de Watering en de Golf van Biskaje naar Galway Bay in Ierland. Een lastige reis met al die bruggen in de hoofdstad, de Uitwatering waar een schip het zeegat niet uit kan en de Golf van Biskaje waar het vaak slecht varen is. Maar niet op vrijdag 30 november tijdens het Vierkorenfestival in Tripodia. De zangers van de deelnemende koren namen het ‘ingescheepte’ publiek moeiteloos mee op hun muzikale reis op weg naar de Ierse Galway Bay. Klik hier voor meer foto’s
Het Warmonds Schippertjeskoor verliet onder leiding van dirigente Toos Cozijn met pijn in het hart de Amsterdamse grachten. Het leed werd wel verzacht met een flinke slok Rum of Jamaica, maar ook in de volgende liedjes bleven heimwee en verlangen doorklinken. Dat is nu eenmaal het lot van een varensgast, wat het Shantykoor Skuytevaert nog eens benadrukte met het lied Zeeman. Dirigent Maarten Trippenzee liet zijn zangers en muzikanten echter wel vrolijk eindigen met Daar bij de Watering. De Katwijkse variant op Daar bij de Waterkant dat door het publiek enthousiast werd meegezongen.
Met het optreden van het Iers getinte Why Not werd de Golf van Biskaje nog even overgeslagen, want het organiserende Gezelligheidskoor Kattuks Volk zou als laatste zingen. Maar de volgorde deed er niet zo veel toe. Why Not bracht met dirigent Ab Rijnders een serie mooie ballades, zoals The Black Velvet Band en Irish Rover. Niet zozeer zeemansliederen, maar ook hier weer dezelfde thema’s van heimwee, verlangen en verloren liefdes. Gevoelig gezongen door verschillende solisten die het publiek stil deden luisteren en beelden opriepen van het mooie landschap dat zich ontvouwt bij het naderen van Galway Bay. Een sfeer die nog versterkt werd door het gebruik van de Ierse fluit en het vioolspel van de 15-jarige Eva. Hierna deed Kattuks Volk-dirigent Wim van Kuppenveld met zijn koor dan toch nog De Golf van Biskaje aan. Uit dit lied bleek de kapitein bij het naderen van die Golf niet treurig te worden van de vele schepen die hier vergingen. Maar van het feit dat er daar ooit een fles jenever van hem overboord was gevallen. En ook hier een solist. Hij bezong het tragische einde van Bertus de Ketelbink. Het leven op zee is hard.
Tot slot vroeg spreekstalmeester Ton Smeets de andere koren weer op het podium te komen voor een grande finale. En met de lekkere meezingers Wild Rover, John Braun’s Daughter en het Zeeroverslied sloten de vier koren deze zeer geslaagde muzikale reis af. Sámen met het vijfde koor, het publiek.